Spoed of crisis contact

Is er gevaar?

Is er een levensbedreigend gevaar? Bel dan onmiddellijk 112.

Bel 112

Geen client bij SAVE Jeugdbescherming?

Dreigt een situatie thuis of elders uit de hand te lopen en ben je geen cliënt van SAVE Jeugdbescherming? Bel dan Veilig Thuis.

Bel met Veilig Thuis 0800-2000

Wel cliënt bij SAVE Jeugdbescherming?

Ben je cliënt bij SAVE Jeugdbescherming, dan bel je tijdens kantooruren (tussen 08.30 en 17.00 uur) met de medewerker SAVE die jou is toegewezen.

Buiten kantooruren bel je met het onderstaande nummer:

In de provincie Flevoland: bel 088 – 996 3000.
In de provincie Utrecht: bel 0800- 2000.

Cliëntenraad

[Blog] Elke keer fiets ik langs de plek waar ik voor het eerst veilig was

Blog 29 januari 2021 Reading Time: 4 minutenleestijd

Het biologische gezin waar ik uit kom bestond uit een vader, moeder, mijn oudste broer, mijn zus, mijn jongste broer en mij. Mijn biologische ouders* gingen uit elkaar toen ik erg jong was, maar ik herinner mij nog bijna alles.

Niet lang voordat de grote bom ontplofte, vertelden mijn biologische ouders al dat ze zouden gaan scheiden. Maar het moment van netjes uit elkaar gaan redden ze niet. Op een dag ontstond er een grote ruzie, die zo erg escaleerde, dat de politie erbij betrokken raakte. Mijn broers en zus kozen ervoor om bij mijn biologische vader, Richard, te gaan wonen. Toen al was ik mij er bewust van, dat als ik met mijn broers en zus mee zou gaan, mijn biologische moeder, Janny, alleen achter zou blijven. Dat vond ik zielig. Ik bleef bij Janny wonen, maar zij had al snel geen vaste verblijfplaats meer. Vanaf dat moment maakten mijn biologische ouders er alleen nog maar een puinhoop van.

Nadat we het huis waarin ik opgroeide, moesten verlaten, trokken we in bij een ander gezin, dat in een vergelijkbare situatie zat. Daar vandaan verhuisden we naar een Blijf-van-mijn-lijfhuis (nu Oranje Huizen) in Utrecht en daarna naar een vrouwenopvang in Gelderland. Janny slaagde erin om een eigen huis in Driebergen te krijgen. In die periode van veel verhuizen, zag ik Richard, mijn broers en zus bijna niet. Er werden pogingen gedaan vanuit Jeugdzorg om een bezoekregeling te realiseren. Van wat ik mij ervan kan herinneren eindigden de bezoeken altijd in een drama. Mijn biologische ouders konden de problemen die er tussen hen waren nooit opzij zetten voor ons.

Lang woonden we niet in het huis in Driebergen. Ons huis werd leeggehaald door de gemeente en al onze spullen lagen voor de deur op straat. Een aantal weken voordat Janny het huis in Driebergen kwijtraakte, was er een nieuw traject gestart met mij. Eens in de week moest ik met een vertrouwenspersoon op school gaan praten. Het was een vriendelijke mevrouw, maar ik had geen idee waarom dat nodig was. In die periode zag ik mijn gezinsvoogd een keer of twee. Niet vaak, maar ik weet haar voor- en achternaam nog alsof ik haar wekelijks zag of sprak.

Een aantal dagen nadat Janny en ik weer geen vaste verblijfplaats hadden, werd ik van school opgehaald door de directrice. We hadden net gymles gehad. De school had twee locaties en in de auto gingen we naar de andere locatie. Daar waren twee medewerksters van Bureau Jeugdzorg, mijn gezinsvoogd en nog iemand. Die dag werd ik uit huis geplaatst. De hele middag heb ik mijzelf vermaakt op het kantoor van Bureau Jeugdzorg. Ze zochten naar een geschikt pleeggezin voor mij. Omdat ons huis leeggehaald was, had ik geen kleding, knuffels of andere spullen meer. Ik herinner mij nog dat een medewerker met een grote zak kleding aan kwam. We zochten uit wat ik wel en niet paste. Elke keer moest ik of mijn gezinsvoogd uitleggen aan medewerkers waarom ik de hele middag bij Bureau Jeugdzorg op kantoor was. Ik was jong en snapte er vrij weinig van. Het lukte niet om op een korte termijn een pleeggezin voor mij te vinden. Ik werd dezelfde dag naar een crisisopvang gebracht, naar het COZU.

Vanaf het moment dat ik uit huis geplaatst werd, stopten de jarenlange fysieke mishandelingen van Janny richting mij. Het COZU zat net buiten de Singel in Utrecht, niet ver van waar ik nu zelf woon. Het COZU zit er al lang niet meer; het is nu een studentenhuis. Op dit moment studeer ik en werk bij de GGD als bron- en contactonderzoeker. Op mijn route naar het werk ligt het gebouw waar het COZU ooit zat. Elke keer als ik naar mijn werk en terug naar huis fiets, kom ik langs de plek waar ik voor het eerst veilig was.

*Mijn biologische ouders noem ik al circa 10 jaar niet meer ‘mijn ouders’, maar biologische ouders of bij de voornaam. Om de tekst beter leesbaar te maken en vanwege privacy, heb ik de namen van hen veranderd.

Delaine is lid van de cliëntenraad en blogt iedere drie weken. Op haar tiende is zij uit huis geplaatst. Zij woonde in de crisisopvang, een leefgroep, gezinshuis, kamertrainingscentrum én in een woongroep. Inmiddels heeft zij haar studie afgerond en is zij begonnen met een 2e hbo studie. In hartje Utrecht heeft zij haar eigen studio, een groot sociaal netwerk en is ze druk bezig met het opbouwen van haar toekomst. Zij is een rolmodel voor jongeren die het op dit moment moeilijk hebben. Mail Delaine via ambassadeurs@samen-veilig.nl

Nieuwsbrief aanmelding

Blijf op de hoogte van al ons laatste nieuws! Meld je aan voor onze nieuwsbrief.

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.